DESIGN en TO DESIGN

In de naam van het ‘Radio TV Design Museum Haarlem’ zit het woord DESIGN en dit is een belangrijke factor voor het museum wat het uniek maakt ten opzichte van andere museums over het onderwerp radio en televisie.

Maar wat is design precies? Het is niet alleen het ontwerp, zoals het zo vaak gebruikt wordt in de publiciteit. Zeker door zogenaamde trendwatchers wordt het woord design te pas en te onpas gebruikt, vaak als een soort kwaliteitskenmerk van een product. Het woord design wordt vaak misbruikt veelal in combinatie met het woord tijdloos. Nieuwe producten die zich totaal nog niet bewezen hebben krijgen al snel die opdruk.
Wat is oorspronkelijk de omschrijving van het Engelse werk woord to design ?
Met de term wordt bedoeld massaproductie waarbij het ONTWERP maar een onderdeel is van het hele proces productie. Geen onbelangrijk onderdeel uiteraard. Hier valt dan het woord massaproductie. Eeuwenlang was de ambacht heer en meester in het maken van producten die het doel hadden het leven van de mens te assisteren en te vermaken. Iemand had een stoel nodig en de plaatselijke timmerman en zijn assistenten maakten er een in opdracht. Elk product was uniek. Had de opdrachtgever er het geld voor, dan maakte de timmerman een heel mooie (bewerkelijke) stoel, maar veel vaker maakte hij eenvoudig meubilair voor de ‘gewone’ man omdat het budget beperkt was. Het product moest nuttig en praktisch zijn, dit vaak in tegenstelling tot wat de rijke elite wilde. In de negentiende eeuw, met de komst van de industriële revolutie, werd dat allemaal anders. Men ontdekte dat met één ontwerp in een bepaalde constructie een massaproduct te maken was. Dit betekende ook dat het product eenvoudig moest zijn, logisch en snel in elkaar te zetten. Het eerste product dat daarmee bekend is geworden is de bekende inklapbare strandstoel bestaande uit houten latten en een daarin gehangen lap stof. Het product werd gestandaardiseerd door werknemers in elkaar gezet. Deze stoel was zo succesvol dat hij nog steeds bestaat. Om het proces te versnellen werden er speciale machines ontwikkeld om de onderdelen nog sneller en massaler te fabriceren. Dat is het productieproces. In de loop van de geschiedenis werden de industriële producten steeds ingewikkelder, maar het principe is hetzelfde. Henry Ford heeft dat aan het begin vorige eeuw vervolmaakt met de productie van de T-Ford. De lopende band werd als ideaal gezien en dat de werknemers geestdodend bezig waren door dag in dag uit dezelfde eenvoudige handeling te verrichten was niet belangrijk: er was volop werkgelegenheid voor de al maar groeiende wereldbevolking. Charlie Chaplin heeft daar toentertijd nog een aardige ironische film over gemaakt.

Het Engelse werkwoord (to)DESIGN (sterk verbonden met industriële massaproductie) is dus het totale proces om een product te maken: het idee, het vooronderzoek of het idee commercieel aanslaat, het ontwerp van het product, de bezuinigingen op het ontwerp, het ontwerp van het productieproces (de machines om het product te maken moeten ook ontworpen worden en zelfs eventueel het gebouw waar het in gefabriceerd wordt), de promotiecampagne en de uiteindelijke verkoop. (totaalproces)
Als we in Nederland over DESIGN praten hebben we het over het algemeen over het eindprodukt.
Begin vorige eeuw kreeg het massa product ook steeds meer het karakter van een industrieel product. Het BAUHAUS in Duitsland, in de eerste helft van de vorige eeuw een kunstnijverheidsschool, begon als opleiding in ambachtelijke producten, maar maakte al snel een ommezwaai naar het ontwerpen van industriële producten met als ideaal dat iedereen ook MOOIE industriële producten in huis kon hebben. Mooi, praktisch EN betaalbaar in moderne materialen. Het BAUHAUS is het belangrijkste instituut geworden voor de industriële vormgeving. Overigens hield het instituut zich nauwelijks bezig met het productieproces. Wel met de vormgeving en het gebruik van het product. Dat de wereld in hun ogen ook nog even moest veranderen hoorde daar ook bij.

Design veranderd de wereld.
De geschiedenis van de vorige eeuw is bekend. Design werd een levensovertuiging en zonder design valt niet meer te leven. Philips kwam met de gloeilamp als massaproduct, maar legde zich ook al gauw toe op de productie van de radio en in de jaren vijftig de televisie. De loop van de geschiedenis is bekend. De invloed van design op ons dagelijks leven is enorm. Commercie speelt ook een hoofdrol: het designproduct moet zoveel mogelijk verkocht worden. Hoe meer er verkocht worden, des te succesvoller is het product. Het ontwerp heeft dan verleiding als doel en niet alleen het praktische gebruik. De concurrentie is groot en een nieuw product moet zich ook onderscheiden van de rest. Om dat te bereiken schakelde fabrikanten ontwerpexperts in die grootheden werden in de geschiedenis van design. Eerst waren dat vaak architecten o.a. Louis Kalff bij Philips maar later kwamen er echte specialisten bij zoals de onvolprezen Dieter Rams bij BRAUN. Zijn invloed is gigantisch geweest (en nog steeds). Hij heeft de leer voor design van het BAUHAUS opnieuw op de kaart gezet en sinds de jaren vijftig is het ontwerp in design een niet te missen richting op gegaan. De producten van Apple bijvoorbeeld zijn er op gebaseerd (zelfs de vormgeving van de software).

Eigenlijk is vrijwel alles om ons heen design. Ambachtelijke producten zijn duur en uniek, maar worden in onze designwereld sterk gekoesterd als een statussymbool. Maar ook een designproduct kan een statussymbool worden, zelfs als veel mensen hetzelfde product hebben. Juist het creëren van een statussymbool kan het succes van een designproduct zijn (bijvoorbeeld de iPhone). De massa vindt het mooi, dus worden er veel van verkocht.
Er bestaan heel fraaie designproducten waarvan er weinig gemaakt zijn, vaak zijn het iconen in design, maar in feite zijn het ook mislukte designproducten. Ze dienen vaak echter als voorbeeld voor latere, minder geslaagde ontwerpen die wel massaal gekocht worden. De knapste designproducten zijn eigenlijk die producten die nauwelijks functioneel zijn, maar toch een statussymbool zijn geworden omdat iedereen het wil hebben. In het stripverhaal Obelix & Co (uit de serie Astérix de Galliër) wordt dat fraai geïllustreerd. De totaal nutteloze menhir (eerst een ambachtelijk product) wordt als massaproduct verkocht aan de domme Romeinen omdat het een statussymbool is geworden en iedere Romein er eentje wil hebben. Een slimme campagne (eigenlijk bedoeld om het Gallische dorp te overwinnen) moest dat bewerkstelligen. Misschien hebben de heren die het verhaal geschreven en getekend hebben hiermee ook iets willen zeggen over de moderne consument……

R.A.Rijzewijk